op Gepost in de categorie Nieuws

Daar ging onze energierekening. We wisten dat we Groningen hadden leeggepompt en verweesd hadden achtergelaten, en dus meer zouden gaan betalen, maar dat het zoveel werd? Een gemiddelde energierekening komt dit jaar uit op 2074 euro, 334 euro meer dan een jaar geleden bij hetzelfde verbruik. Bijna de helft van deze stijging komt door de hogere energiebelasting. Hoe hebben de schattingen er zo naast kunnen zitten? Het kabinet dacht nog even de schuld door te kunnen schuiven naar het Planbureau voor de Leefomgeving. Maar na een paar dagen werd duidelijk dat het PBL nooit een prognose voor 2019 naar buiten heeft gebracht. Minister Wiebes baseerde zich op gegevens die ‘niet meer kakelvers’ waren, zoals hij zelf toegaf.

Commotie alom. Een van de aardigste reacties las ik in een column van Nynke de Jong in het Algemeen Dagblad. Zij beschrijft zichzelf als bewust duurzaam: “We scheiden ons afval, we rijden steeds minder auto, we vliegen zelden.”Maar de inrichting van het nieuwe huis had zoveel gekost dat de duurzame maatregelen erbij waren ingeschoten. De Jong betoogt daarom dat je voor een echte gedragsverandering een “perverse prikkel nodig” hebt. “En de beste prikkel is een financiële. Nu de nieuwe energietarieven bekend zijn, nu de overheid ons middels hogere belastingen aanspoort om minder gas en elektriciteit te verbruiken, nu zit ik ineens te googelen wat driedubbel glas eigenlijk kost.”

Taaleconomisering

Het woord ‘prikkel’ heeft de laatste jaren een enorme opgang gemaakt. Oorspronkelijk was een prikkel een ‘puntig werktuig voor palingvangst’ zoals een etymologisch woordenboek beschrijft. Het was ook wel de scherpe ijzeren punt van een wapen. Daar denken we bij prikkel nu niet meer aan, zeker niet wanneer we het woord gebruiken in combinatie met pervers – dat van het Latijnse perversus stamt, en ‘omgekeerd’, ‘verdorven’ betekent. Het woord pervers is uit het Frans in het Nederlands opgenomen en betekende aanvankelijk ‘geneigd tot het kwaad’ en later ‘ziekelijk immoreel, tegennatuurlijk’. Zo kreeg het ook zijn seksuele connotatie.

De ‘perverse prikkel’ is het ultieme voorbeeld van de economisering van ons taalgebruik. Volgens de Financiële Begrippenlijst betekent financiële prikkel nu beloning of bonus, ook wel subsidie ter stimulering van bepaalde ontwikkelingen. Andere woorden: incentive of warme sanering.

De politiek filosoof Michel Sandel zegt in zijn boek ‘Niet alles is te koop’ dat de hele economie tegenwoordig wel wordt gezien als een optelsom van prikkels. Hij verwijst naar de economen Levitt en Dubner die schrijven: ‘De typische econoom is van mening dat er geen probleem bestaat dat hij niet kan oplossen als hij de vrije hand zou krijgen om de juiste stimuleringsmaatregelen te bedenken’.

Dit is opmerkelijk want spreken over ‘prikkels’ is in het economisch denken pas sinds 1980-1990 gangbaar geworden. In het werk van klassieke economen als Adam Smith komt het woord niet voor. Volgens The Oxford English Dictonary schijnt het voor het eerst in de economische betekenis gebruikt te zijn in 1943, in Readers Digest: ‘De heer Charles E. Wilson (…) dringt bij de oorlogsindustrie aan op een stimuleringspremie (incentive pay) – dat wil zeggen om werknemers meer te betalen als ze meer produceren’.

Moreel bezwaar

Het woord ‘prikkel’ is nu zo gangbaar geworden, dat we zelden meer de logische vraag stellen: werkt zo’n prikkel ook altijd? Klopt het als Nynke de Jong schrijft dat financiële prikkels je pas echt doen veranderen?

Niet altijd. Sandel verwijst daarbij naar een beroemd Israëlisch onderzoek bij crèches. Omdat er veel te veel ouders hun kinderen chronisch te laat ophaalden, werden ze geprikkeld: te laat leverde een boete op. Betekende dit een rustige avond voor de leiders van de crèche? Integendeel, bleek uit het onderzoek. De ouders kwamen nog vaker te laat: ze interpreteerden de boete als extra bijdrage voor de overuren die de begeleiders moesten maken. Ze konden nu zonder zich moreel bezwaard te voelen te laat komen, want ze betaalden ervoor.

Het is goed denkbaar dat iets vergelijkbaars zich voordoet in de duurzaamheidsdiscussie. Als veranderingen alleen tot stand komen door financiële prikkels, sta je de ontwikkeling van een moreel bewustzijn in de weg – dit geldt niet voor de columniste van het AD, want zij zegt al vrij duurzaam te leven. Maar voor de meesten van ons kan dit tot gevolg hebben dat een gedragsverandering alleen tot een optelsom leidt: als we gesubsidieerd glas nemen, besparen we 200 euro per jaar energie. Dat komt goed uit, want dan kunnen we volgend jaar lowbudget naar Barcelona vliegen. Als we tenminste nu al boeken.

Op deze manier krijgen financiële prikkels een pervers effect, in de oude betekenis van het woord. En schuiven we de echte rekeningen door naar onze kinderen en kleinkinderen.

Onder de titel ‘Welkom in Bubbelonië’ neemt Peter Henk Steenhuis wekelijks woorden onder de loep. Volg @bubbelonie op Twitter!